Het rimpelen van stof kun je niet rekbaar, of wel rekbaar (elastisch) doen. Ik ga hieronder de niet rekbare manier uitleggen maar kijk hier voor rimpelen met elastiek.
Om stoffen te rimpelen zijn er meerdere beproefde methodes waar de ervaren naaister bij zweert. Bijvoorbeeld door te rijgen met de hand of te stikken met een naaimachine.
Rijgen met de hand
Pak een lang stuk rijggaren (zo lang als de kant van de stof die je wilt rimpelen, plus een beetje meer) en begin netjes met kleine steekjes (bijvoorbeeld 1 cm lang) in de enkele stof te rijgen, onderdoor, overheen, onderdoor, overheen, zodat je een soort van stippellijntje krijgt. Zorg er voor dat je deze rimpeldraad redelijk kort op de kant doet (halverwege tussen de zijkant en waar je straks gaat naaien).
Als je de hele kant hebt geregen kijk je wat de afstand is die deze stof eigenlijk zou moeten hebben, schuif je de stof in elkaar over de draad en leg je een knoopje in het rijggaren op juist die afstand. Zo kun je de stof op een gladde tafel mooi over de gehele breedte verdelen, net zolang tot dat de rimpels overal gelijk zijn.
Hierna komt de afwerking, zie onder de beschrijving van hoe je dit had kunnen doen met een naaimachine.
Met de naaimachine
Een tweede manier om te rimpelen, is met de naaimachine. Zet je naaimachine op een rechte en lange steek, de grootste de je hebt en naai redelijk kort op de kant (halverwege tussen de zijkant en waar je straks gaat naaien) langs de gehele te rimpelen lengte. Naai in het begin en het einde niet heen en weer (wat je normaal doet om te fixeren), maar stop gewoon en knip de draad niet te kort af. Haal het naaiwerk onder de naaimachine uit en knoop de twee draden (onder- en bovendraad) van de naad aan 1 kant aan elkaar. Aan de andere kant trek je voorzichtig aan 1 van de loshangende draden. Help de stof een beetje met het schuiven ovder de draad, totdat je de juiste lengte hebt en de rimpels netjes verdeeld zijn.
Afwerking
Leg vervolgens de stof op de rest van het naaiwerk en speld dit goed vast om het vervolgens aan de kant met een beetje groffe zigzagsteek (stand 3 van 5) bij elkaar te naaien op de rand. Daarna kun je de naad in het naaiwerk netjes maken, zonder dat je bang hoeft te zijn dat je rimpeltjes gaan verschuiven.
Nog een paar tips voor het rimpelen:
Kies zowel met de hand als op de machine een contrasterende kleur draad. Zo kun je de rijgdraden gemakkelijker verwijderen na het vaststikken.
Rijg twee draden evenwijdig ca. 1 cm naast elkaar; bij het rimpelen over beide draden krijg je tussen de rijgdraden een platter stuk. Het verdelen van de rimpelingen gaat dan ook gemakkelijker en blijft beter zitten.
Daarna kun je tussen de twee rijgdraden de naad vaststikken zonder dat er nog stof wordt verschoven tijdens het stikken. Dit zorgt ervoor dat de rimpeling regelmatig over de naad verdeeld blijft.