Patroon overtrekken

Nodig: Patroonpapier, juiste patroon, pen/potlood en schaar

Patroonpapier is halfdoorzichtg en dun papier. Je koopt het bij de stoffenzaak op een lange rol, kost ongeveer 3 euro. Als alternatief kun je ook overtrekpapier gebruiken dat je bij de hobbyzaak op een kortere rol kan kopen, meer papier maar kost ongeveer 8 euro.

Nu je het juiste patroon hebt gevonden, en de maataanduiduiding weet, kun je de patroondelen 1 voor 1 gaan overtrekken. Het meest belangrijke hierbij is dat je dit uitermate netjes doen. Letterlijk: een goed begin = het halve werk.

Bij het patroon vind je vaak een aanduiding van waar je het patroon kan vinden. Bijvoorbeeld “Patroonblad B, Rood”. Dat betekent dat op het bijbehorende Patroonblad B er een hele hoop rode lijntjes staan waar jouw patroon tussen zit. Ga op zoek naar patroondeel 1, aangeduid met een Rode 1 en volg de lijnen over het blad om een idee te krijgen hoe groot het patroondeel is.

Zoek daarna de juiste maat op en leg patroonpapier over het patronenblad heen. Je kan de juiste lijntjes zien door het papier heen. Trek netjes alle lijntjes voor jouw maat over op je patroonpapier en zorg dat het niet verschuift. Dit doe je door er, op 2 plaatsen, iets zwaars op te zetten bijvoorbeeld.

Belangrijk: Alle speciale tekens moet je overnemen, zoals de | en || aan de ronding van de mouwen. Hier ga je straks heel blij van worden als die er staan. Ook aanduidingen als “stofvouw” en ↓ voor de draadrichting moet je gewoon overtrekken.

Wat al deze merktekens betekenen verschilt per merk patroon, maar een aantal zijn door de bank genomen hetzelfde:

1, 2, 3 etc. Deze cijfers duiden aan welk patroondeel ze zijn.

34, 36, 38, etc. Deze cijfers staan vaak naast de lijnen van een patroon en geven aan bij welke maat ze horen.

| en || zijn mouwinzettekens. Zowel op de mouwdelen zelf (langwerpig met een ronding aan het eind) als op het voor- en achterpand staan deze. Door het |-teken van het goede pand aan het |-teken van de mouw te spelden zorg je ervoor dat de mouw er netjes in komt.

↓ is bijna altijd voor de draadrichting. Vreemdgevormde patroondelen hebbeneen pijl erop staan omdat het moeilijk in te schatten in wat in het uiteindelijke kledingstuk nu recht komt te hangen. Dit is vaak in panden/patroondelen met rimpelranden of plooien. Als er geen pijl op staat, dan komt dat meestal doordat het patroon 1 lange rechte lijn bevat, die vaak op “stofvouw”  (dubbelgevouwen stof, vouw in de lengte van de stof) moet liggen en daarmee duidelijk “recht op draad” (zie Draadrichting).